Saturday, March 11, 2006

Zondaggeld (fragment)

Hoe gebrekkig en verwarrend mijn seksuele vorming op het Bickerseiland ook was geweest, sinds enige weken beleefde ik rond kwart voor elf op zondagochtend iets dat op erotische vervoering leek. En wel door de leesportefeuille van mijn tante Titi en oom Jan. Daarin bevonden zich van oudsher vele vertrouwde weekbladen: Panorama, Revu, Denksport voor heldere koppen, Avondlectuur voor de vrouw, Donald Duck, Pep. Maar sinds kort was daar een blad aan toegevoegd: de Lach. In dit tijdschrift stonden veel cartoons en moppen, maar ook paginagrote foto’s van breed lachende vrouwen in de vrije natuur. De wind in hun haren, hun gebruinde armen en benen bloot. En, had ik met wild kloppend hart vastgesteld toen ik het blad een paar weken daarvoor per ongeluk opensloeg, hun borsten ook! Ik had het tijdschrift toen onmiddellijk weer dichtgeslagen en snel tussen de andere teruggeschoven. Ook al voelde ik me bij mijn tante en oom beschermd en op mijn gemak, ik wilde hen en mezelf niet in pijnlijke verlegenheid brengen. Deze verboden foto’s, die het bloed naar mijn hoofd hadden gejaagd, pasten niet bij de serene sfeer in het kamertje. Gelukkig was mijn consternatie na het openslaan van de Lach toen niet opgemerkt, ook al omdat alle bladen in de leesportefeuille als bescherming dezelfde bruine kaft om het eigenlijke omslag droegen. Je kon alleen zien welk blad iemand voor zijn ogen hield als je goed lette op het formaat, of de titel las die op de bruine kaft was afgedrukt. In de weken daarna had ik, als ik de leesportefeuille kreeg toegeschoven, de Lach niet meer durven openslaan. Maar het aanraken van het grauwe kaftpapier waar de wekelijkse nummers achter verscholen gingen, het zien van de daarop gestempelde letters ‘DE LACH NR 11’ en de verscheurende gedachte aan hoeveel blote borsten ik elke week niet zag, wonden mij dermate op dat niets tot mij doordrong van de lectuur waarin ik mij daarna voor de schijn verdiepte, de stripverhalen in Donald Duck en Pep.
Maar vandaag ging het gebeuren, had ik me net op het wc-tje definitief voorgenomen. Ik zou vijf hele minuten met volle aandacht het nieuwe nummer van de Lach tot mij nemen. Alle borsten wilde ik in die vijf minuten zo intens bestuderen dat ik ze onuitwisbaar in mijn geheugen kon opslaan, om ze daaruit wanneer ik maar wilde in al hun overweldigende pracht tevoorschijn te kunnen roepen. Een mentaal borstenarchief wilde ik aanleggen in die vijf minuten. En als het deze week lukte, wist ik dat mijn systeem werkte en kon ik tijdens alle toekomstige zondaggeldvisites mijn archief verder uitbreiden tot uiteindelijk machtige, onvoorstelbare proporties. Als mijn weloverwogen plan vandaag inderdaad een succes zou blijken, kon ik voortaan vijf minuten per week onbekommerd borsten verzamelen en catalogiseren.