Tuesday, August 08, 2006

De kano (fragment)

Zijn stem klonk eerst zacht en tastend, maar na een paar seconden had die al zijn normale spreektrant hervonden. Zijn keel en mond waren nu vrij van overtollig speeksel en slijm, zodat de klanken helder naar buiten kwamen. De toon waarop hij me toesprak kwam overeen met de uitdrukking in zijn ogen, geruststellend, ironiserend, zijn volledige herstel garanderend. Al pratend wist hij op het beton voor onze voeten zijn pakje shag te lokaliseren. Hij pakte het op en begon, afwisselend naar mij en naar de bezigheid van zijn vingers kijkend, een sjekkie te draaien.
Zó juichend van blijdschap was ik over deze verbale wederopstanding, dat ik zeker een volle minuut niet heb gehoord wát mijn vader aan het zeggen was, wélke woorden uit zijn mond kwamen. Na een kwartierlang in de zekerheid van zijn nabije sterven te hebben verkeerd, voelde dit eerste spreken van hem als een verlossende, klaterende douche die ik in weldadige verdoving over mij heen liet komen. Een verdoving die, toen ik wél naar mijn vader ging luisteren, met elk nieuw woord dat mijn oren binnenkwam verder oploste en plaatsmaakte voor ongeloof, ontzetting en al snel paniek.
Mijn vader sprak tegen mij in een nieuwe, volkomen onbegrijpelijke taal.
Zonder zelf zich van enige verandering bewust te zijn, sprak hij een continue, ontspannen kabbelende stroom van normaal klinkende, maar niet bestaande woorden, van betekenisloze combinaties van klanken en lettergrepen. Aan zijn zinnen zaten vraag- en uitroeptekens, ik hoorde verbazing, humor, goedmoedige plagerij, soms zelfs een aanstekelijk bedoeld grinnikje. Maar dit alles kwam uit hem in een gruwelijke, volstrekt onduidbare tovertaal, een taal met hém als enige spreker. Hij leek erin opgesloten zonder zelf te weten een gevangene te zijn.

0 Comments:

Post a Comment

<< Home