Monday, December 20, 2004

Kan gebeuren

'Young Budget Hotel Kabul', Warmoesstraat, zomer 1980. De twee zwaar bespoten junks trippelen de receptie binnen. Ze keuvelen met opgewonden stemmetjes en hebben geen aandacht voor de buitenwereld. Alhoewel ze niets méér doen dan elkaar met korte kreetjes gelijk geven ('Tuurlijk!', 'Dat hou je tóch!'), gaan ze volledig op in hun conversatie. Ze moeten denken dat de cocon waarin ze genoeglijk tegen elkaar aan schurken ze onzichtbaar maakt, want ze willen doorstiefelen, het hotel in.
Mijn voornaamste taak als receptionist is te zorgen dat straatschooiers als deze twee buiten blijven. Ik roep: ‘Heren, waar moet u zijn?’ of iets dergelijks. Schijnbaar geen acht op mij slaand en onverstoord doorkoutend draaien ze zich om en richten ze hun schreden weer naar de deur.
Als ze mijn balie passeren, onderbreekt een van de twee plotseling zijn vrolijk geprevel, en kotst met spetterend geweld zijn maag leeg op de rode plavuizen. Zijn tevreden gelaatsuitdrukking wijkt tijdens deze twee seconden niet van zijn gezicht. Hij geeft over met de terloopsheid waarmee je even in je oog wrijft.
'Kan gebeuren…', zegt zijn maat, terwijl hij een korte blik op de grauwe brij voor hun voeten slaat.
Voor ik iets weet uit te brengen, zijn ze alweer babbelend naar buiten gedrenteld en verdwijnen ze in de continue mensenkaravaan van de straat.

0 Comments:

Post a Comment

<< Home